Bijzondere waarnemingen lente 2024
Het was een bijzonder voorjaar in VA+. Na 5 maanden vogels kijken staat de teller op bijna 200 waargenomen soorten, met daartussen enkele heel bijzondere soorten.
Opvallend, de aankomstdatum van enkele zomergasten, voornamelijk diegene die overwinteren in de Sahel en West-Afrika, lag behoorlijk vroeg. Gedreven door een stevige rugwind begin april (incl. laagje Saharastof op de auto's) konden ze sneller dan gewoonlijk de Sahara en Middellandse Zee oversteken. Het gaat hier over soorten zoals bv nachtegaal, braamsluiper, grasmus, rietzanger … . Maar dit gold niet voor alle zomergasten. Boerenzwaluw bleef bv. op het gemiddelde.
In het vroege voorjaar, maart, werden 3 MIDDELSTE ZAAGBEKKEN op de Callemoeie gevonden (EDV), waar ook een mannetje KROONEEND (NVW) werd gezien. Maart trakteerde ons ook op een zot kraanvogelweekend met ongeziene aantallen over VA+, naar schatting minstens 700 ex op 2 dagen, historische aantallen. Geheel passend binnen de influx van DWERGAREND in België, werd er ook een gezien binnen VA+, over Eine (CME). Over Rozebeke vloog een ROODKEELPIEPER (HVE). De laatste barmsijzen werden in het begin van deze maand nog gezien, het einde van de winterinvasie. De laatste smellekens trokken deze maand ook nog weg of voorbij uit VA+.
Dankzij het extreem natte voorjaar werd een gecompacteerde, overbemeste maïsakker in Ouwegem een van de meest bezochte plekken van het voorjaar. Er bleef namelijk een het hele voorjaar veel water staan en de plek werd al gauw een supercharger op de autosnelweg voor steltlopertrek. Wat daar naar beneden is gekomen op enkele weken, mede door de talrijke buien, is werkelijk fenomenaal voor onze regio. Een overzicht van enkele maxima: 30 kemphanen, 4 regenwulp, 3 ROSSE GRUTTO (DDG, JDW), 1 IJSLANDSE GRUTTO (JDW), 3x 1 DRIETEENSTRANDLOPER (JDW, JaVH, DDG), 1 KLEINE STRANDLOPER (DDG), 2 TEMMINCKS STRANDLOPER (DDG) en 1 KANOET (BDE), 44 bontbekplevier (DDG) en 8 bosruiters. Voor de rosse grutto was het al 8 jaar geleden dat we er in VA+ vonden.
De Callemoeie in Nazareth is ook meestal een hotspot tijdens de trek. In het voorjaar werden daar 2 STELTKLUTEN (JDW), 2X NOORDSE STERNS (2ex en 1ex JDW), 3 DWERGSTERNS (NVW), ZILVERPLEVIER (NVW), 7 TEMMINCKS STRANDLOPER (IMA), bonte strandlopers, bos- en zwarte ruiters ontdekt. Ook tot 7 zwarte sterns en lepelaar werden er sporadisch gezien. Ook dwerg-, geelpoot- en pontische meeuw werd er gezien.
In de Leiemeersen te Bachte-Maria-Leerne claimden de grutto's terug hun stekje op. STELTKLUUT (JDW), lepelaar, zwarte en bosruiters kwamen er ook op bezoek.
In april kregen we ook nog HOP op bezoek in Zulzeke (BDV). Een grauwe gors liet zich even zien in Lozer (JaVH). Over de Vlaamse Ardennendag in Zegelsem vloog een zwarte ooievaar.
De voorjaarstrek mindert qua intensiteit in mei, maar kan nog steeds heel mooie soorten opleveren. In de Langemeersen werden 2 KWARTELKONINGEN en een PORSELEINHOEN gehoord (LVDW). Aan de Donk in Oudenaarde werd net als vorig jaar terug een kp WOUDAAP gezien en er kwam een REUZENSTERN (TNA) op bezoek. Kwak werd 2x gehoord. Een grauwe kiekendief vloog over Ouwegem (GGR). HOP werd nog gezien in Welden (LVC) en Opbrakel (TIJ). BIJENETERS vlogen over Meilegem (KSA) en Mater (SDV). Over Asper vloog een RAAF (ELE). Een fluiter liet zich horen in de Hospicebossen (LVDL). Orpheusspotvogel zong in Heurne, Ronse en Kwaremont. Snor zong in het Paddenbroek en de Langemeersen.
In de kraamafdeling kunnen we alvast melden dat de ooievaars voor 5 bezette nesten zorgden in de Brielmeersen te Deinze, met daarin 13 jongen. Visdief broedt waarschijnlijk in Nederename. De kolonie kokmeeuw in Eine gaat lichtjes achteruit maar houdt stand en de soort broedt nu ook voor het eerst in de Heurnemeersen! Een opsteker voor een soort in achteruitgang. De slechtvalken in Oudenaarde kregen 2 jongen. Bruine kiekendief nam ook enkele broedlocaties in, voornamelijk in de buurt van de Schelde. Ook havik broedt op enkele plaatsen. Oehoe heeft ook opnieuw met succes gebroed in VA+. In Erwetegem liet zich ook ruime tijd een koppel zien, maar hun herkomst lijkt zo goed als zeker uit gevangenschap te zijn. Het natte voorjaar zorgde er voor dat de kieviten die broeden op de akkers wat meer tijd kregen om hun eieren uit te broeden alvorens uitgeploegd te worden. In de Hospicebossen broedt de bonte vliegenvanger opnieuw na enkele jaren afwezigheid. In domein Breivelde lijkt ook de Europese kanarie te broeden.
Over de hele lente werden de volgende soorten af en toe waargenomen. Zomertalingen waren vooral aanwezig in het vroege voorjaar. Geoorde futen liet zich ook af en toe zien op de grote plassen, maar het gaat hier over doortrekkers. Ook koereiger, een steeds algemener wordende trekvogel bij ons, werd meerdere malen waargenomen (grootste groep: 17ex, Nazareth, BDE). Ook lepelaars, purperreigers, kleine zilverreigers, kluten, goudplevieren, regenwulpen, beflijsters, appelvinken (waarschijnlijk ook broed), kruisbekken … passeerden op trek. Bij de roofvogels kwamen verschillende rode en zwarte wouwen voorbij, blauwe kieken nog tot in mei, en enkele visarenden.
Voor kwartels (29km-hokken) kunnen we een goed voorjaar optekenen. Middelste bonte specht heeft kleine bonte specht bijgehaald in het aantal waarnemingen. Zwarte specht liet zich ook enkele keren zien. Voor wielewaal is het dan weer een bedroevend voorjaar, de soort werd maar in 8 km-hokken waargenomen. Ook de grasmus en rietgors zijn in mindere aantallen aanwezig in de broedgebieden in vergelijking met de vorige jaren. Boompieper, paapje en tapuit kenden ook een flauwe doortrek. De populatie ringmus, grote lijster, gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger, … blijft op een (heel) laag pitje staan, met nog een paar bastions waar ze min of meer stand houden. In het zuiden van de Vlaamse Ardennen zingt de geelgors nog op een handvol plaatsen.
Het natte en koude voorjaar zorgde voor veel dynamiek, maar zal ongetwijfeld ook voor heel wat broed- en trekvogels een enorme uitdaging geweest zijn.
Dimitri Van de Populiere
Foto: Reuzenstern, Donkvijver (Tijs Naessens)