28-07-2015 door DVDP
Geslaagd broedsel bruine kiekendief
door Theo Helsloot.
Sinds 2011 hebben Bruine kiekendieven hun oog laten vallen op de Langemeersen. Toch was het nog wachten tot dit jaar om het eerste geslaagde broedgeval in de annalen te kunnen bijschrijven.
In 2011 was er al een serieuze maar uiteindelijk toch nog in extremis mislukte broedpoging, waarbij de jongen later vlak bij het nest dood zijn aangetroffen. Waarschijnlijk gestorven op 23 dagen oud. Na onderzoek was er niet echt een doodsoorzaak vast te stellen.
De volgende jaren werden er wel Bruine kiekendieven waargenomen, en zelfs balts en aanvoer van nestmateriaal, maar de exemplaren waren waarschijnlijk nog te jong om de primeur van een eerste geslaagd broedsel in de Langemeersen weg te kapen.
Dit jaar echter lagen de kaarten beter.
Op 7 april maakte een eerste mannetje zijn opwachting.
Op 24 april werd ook het vrouwtje voor het eerst gezien.
Beiden waren volwassen vogels. Al gauw buitelden ze over elkaar in de lucht tijdens spectaculaire baltsvluchten en was er voedseloverdracht van het mannetje naar het vrouwtje. Na enkele dagen al werd er begonnen met nestbouw. Zowel het mannetje als het vrouwtje vlogen af en aan met rietstengels en twijgen. Dat was een goed begin. Het mannetje nam, als goede huisvader, de taak op zich van verdediger van het nest, soms geholpen door het vrouwtje. Opdringerige kraaien of een nieuwsgierige buizerd, die te dicht in de buurt van het nest kwamen, werden furieus verjaagd.
Maar toch groeiden er ook twijfels: het vrouwtje zat ons inziens (?!) veel te weinig op het nest... Beide partners vlogen geregeld rond en lieten het nest lange tijd onbezocht.
Maar... schijn bedriegt!
Op 21 juni zagen we plots het mannetje een prooi overbrengen, in volle vlucht, aan het vrouwtje, dat hem was tegemoet gevlogen en die het lekkers onmiddellijk naar de nestplaats bracht. Bingo! Er moest een blijde gebeurtenis hebben plaatsgevonden!
Normaal duurt de broedtijd zo’n 30-32 dagen, en het vrouwtje begint al te broeden vanaf het eerste ei. Om de andere dag legt ze een ei. De jongen worden dus op verschillende tijdstippen geboren. Ze blijven doorgaans een 4 tal weken op het nest, maar kunnen pas echt vliegen na zo’n 35 à 40 dagen.
De week van 20 juli zou dus wel eens voor spektakel kunnen zorgen...
En ja, op 21 juli, nationale feestdag, waagden drie jongen hun eerste, nog stuntelige, vluchtpogingen. Vooral de landingen waren aanvankelijk nog erg onbeholpen. Als dronken acrobaten lieten ze zich neerploffen in de boomkruinen. Op het goed-vallen-uit. Letterlijk... Maar oefening baart kunst. En... de aanhouder wint.
Het broedgeval kan vanaf nu in de statistieken als geslaagd worden ingeschreven.
De jongen blijven nog een 15 tal dagen rond het nest hangen, waarbij ze zelfs al beginnen met eerste jachtpogingen, die echter doorgaans nog mislukken. 3 tot 6 weken na het uitvliegen kunnen ze zelfstandig jagen, al schieten de ouders dikwijls nog ter hulp met prooi. Na 80 tot 90 dagen zijn ze zelfstandig.
En dan... is het voor ons weer wachten tot het volgend jaar...
Foto: jonge bruine kiekendieven door Theo Helsloot.
15-07-2015 door DVDP
Broedpoging rode wouw in de Vlaamse Ardennen?
door Norbert Desmet.
De rode wouw is niet bepaald een soort die we bij ons verwachten, maar verleden jaar had een broedgeval plaats in gelijkaardig gebied in Vlaams Brabant. Het was dus even diep ademhalen toen na wat losse waarnemingen in een ruime omgeving in maart, plots midden april de waarnemingen zich leken te concentreren rond het Elenebos te Zulzeke Kluisbergen. Van 10 tot 20 april is op waarnemingen.be duidelijk een lijn te zien rond Nukerke, Melden, Etikhove, meestal van één ex. Toch waren er waarnemingen van omwonenden ook van soms twee rode wouwen. Op 28 april zag Indra Jacobs van op de N60 ter hoogte van Nukerke er twee.
In mei wordt de spoeling dunner, maar toch geregeld nog waarnemingen: op 3, 6, 11 en 21 mei, wat natuurlijk de aandacht blijft gaande houden en de mogelijkheid van een vrouwtje op een nest openhoudt. Veel van de waarnemingen gebeuren door Paul Hubau die tijdens werken op het veld de rode wouw vaak van dichtbij kan waarnemen: tijdens het maaien zelfs op enkele meters afstand en met prooi! Even wordt het heel stil, ondanks verscherpte aandacht van de plaatselijke waarnemers en we dachten er aan om begin juni de geheimhouding op te heffen. We deden dit aanvankelijk om een mogelijk broedgeval niet te verstoren door teveel belangstelling. De jagers ter plaatse waren beperkt op de hoogte van bij de start.
Dan komt juni, de cruciale periode waarin er voedsel voor de jongen dient gezocht en er meer waarnemingen moesten volgen. Op 11 juni nog een rode wouw boven de Weyns te Berchem (A. Boonaert) en op 15 juni nog eenmaal boven de Waaienberg, Zulzeke (P. Hubau). En dan komt de melding van 2 ex op 19 juni die in Russeignies jonge eenden komen vangen…. Verder niets meer tot 11 juli…..
Besluit: er was een waarnemingenreeks inpasbaar in ‘mogelijke broedpoging’ van rode wouw, maar stevige aanwijzingen (bv met nestmateriaal enz ) ontbreken. Alleen de aanwezigheid in geschikte periode en geschikt biotoop van één en soms twee ex . ondersteunen de hypothese. Misschien volgen er nog wat waarnemingen die meer aan het licht brengen ofwel was de tijd nog niet rijp. Blijft het belang van te proberen meer details in de waarnemingen te zetten als tijdstip, gedrag, leeftijd… om het geheel beter te evalueren. Met dank aan allen die discreet de zaak bleven volgen van dichtbij en misschien de gelegenheid om een protocol af te spreken hoe we in de toekomst met dergelijke situaties omgaan vanuit de VWG.
Norbert Desmet.
Foto: Bart Heirweg.
27-06-2015 door DVDP
Verslag nachtzwaluwtocht 13 juni 2015
Verslag door LNE.
Op zaterdag 13 juni vertrokken we iets na veertien uur richting provincie Antwerpen om –zoals gewoonlijk in ons landje- iets later al in de file te staan. We lieten ons niet uit het lood slaan: het vooruitzicht om enkele mooie waarnemingen te doen later die dag, maakte dat we kalm in het rijtje bleven staan.
Een uurtje later vatten we de eerste tocht van de dag aan. Een rondje door bos en hei, zowat de omtrek volgend van het Stappersven. Gids van dienst Niko had gezorgd voor een folder met de beknopte geschiedenis van het gebied. Leuk om weten dat de “Stappers” in de naam van het ven niks te maken heeft met het wandelen eromheen.
Reeds op de parking van de heide konden we aan de slag met genieten en noteren van vogelwaarnemingen: Roodborst, Pimpelmees, Fitis… juni is geen topmaand om hun zang te beluisteren, maar nu en dan lieten ze zich toch horen.
Op de oever van het ven kregen we de gelegenheid te zoeken naar welke (vogel-) soorten zich op en om het water bevonden. Opvallende aanwezigheid wel hier van libellen, waterjuffers en enkele kikkers (hoe zit dat nu weer met dat groene-meer-poelkikkercomplex? Wij zijn vogelaars, geen kikkeraars.). Dodaars, Kuifeend en de prachtige Geoorde fuut werden bewonderd, na wat (tegenlicht!) zoeken vonden we ook Oeverloper en, nogal verwarrend, een Blauwborst op een slikoever van een eilandje: niet direct een plaats waar zo’n beestje veel tijd doorbrengt…
Het grote aantal libellen bleef ook voor anderen niet onopgemerkt: een Boomvalk kwam zijn vieruurtje halen onder (boven) onze bewonderende blikken.
Langs het bospad dartelden hier en daar wat vrolijke vlinders rond, een beetje gehinderd door het stevige briesje vlogen oa Citroenvlinder en Bont zandoogje ons voor de voeten. Een eindje verderop kwamen we aan een grasvlakte waarin verspreid wat skeletten van bomen die ‘de’ brand van 25 tot 27 mei 2011 niet overleefden. Ideale plaats voor Boomleeuwerik… terwijl we het dachten was hij daar: Boomleeuwerik, zijn prachtige liedje fluitend en bijna ‘golvend’ rondvliegend. Zijn korte staartje en wat brede vleugel geven hem een karakteristiek silhouet.
Nog geen vijfhonderd meter verder geeft een Boompieper een demonstratie van wat híj kan: zingend opstijgen en vervolgens als een mini-valscherm op een takje landen. De fotografen kunnen zich even uitleven omdat het vogeltje niet echt heel schuw blijkt te zijn en zich rustig laat bewonderen tussen enkele zangvluchten door.
De droogte drijft ons stilaan richting auto’s… maar we blijven oplettend voor een Buizerd “écht geen Wespendief? Nee hoor…” , links en rechts een Roodborsttapuit“Zoooomoooi!” en nog wat “klein grut” – excuseer mot.
Een juveniel dodaarsje op een klein vennetje komt ook nog dicht genoeg om de fotografen te plezieren, maar de dorst wordt te groot om nog langer te blijven. Instappen en wegwezen.
In restaurant ‘De Druivelaar’ maken we onze keuze bij een glas lekkere drank en genieten we wat later van een heerlijke maaltijd. Maar de laatste zonnestralen jagen ons naar de “doelsoort” van deze uitstap: Nachtzwaluw.
Het is nog licht wanneer we op de plek aankomen waar we een goede kans hebben nachtzwaluwen te horen. Spannend, maar niet voor lang: de legendarische ‘geitenmelker’ laat zich al na vijf minuten horen en … zien! We komen ogen en oren te kort: de aanwezige (Vier? Vijf?) vogels vliegen vlak voor ons langs, verdwijnen tegen de stilaan donker wordende achtergrond, duiken wat verder weer op om op een stammetje of in een boom te gaan zitten en vliegen, jagend op insecten, weer verder. Hun ratelende zang en luide vleugelklappen is niet uit de lucht. Dit is echt genieten van de bovenste plank! Iedereen is enthousiast, wat te horen is op de geluidsopnames die sommigen met hun gsmproberen te maken(nachtzwaluwgeratel in de verte, en nabij “Daar, daar, nog enen! Kijk hier, links, twee samen!...)Jeroen slaagt erin een sprekende foto te maken van zo’n ‘dagslaper’: een grijs-bruine, bijna spookachtige verschijning (kijk maar op de Facebookpagina van onze Vogelwerkgroep). Iedereen komt volop aan zijn trekken. De superlatieven vliegen samen met de vogels in het rond. “Zalig”, zou een notoir lid van de VWG VA+ zeggen…
Als we terug aan de auto’s komen is het aardedonker… op het blauwe zwaailicht van een politiecombi na. Twee vriendelijke politieagenten komen ons nog vertellen dat een groepje jongeren is teruggevonden dat eerder op de avond twee leden was verloren op de heide. Die twee hadden ons ontmoet en gevraagd of wij met onze verrekijkers eens wilden rondturen op zoek naar hun kameraden, zonder resultaat. Maar toch eind , al goed. Oók op weg naar huis: geen file deze keer, wel beklijvende herinneringen.
Foto: JeVH