Nieuws
24-09-2014 door DVDP

Broedpogingen bruine kiekendief mislukken

Broedpogingen bruine kiekendief mislukken
Voor zover bekend is, vonden er in 2014 twee broedpogingen van de bruine kiekendief plaats. Een koppeltje probeerde het in het rietveld aan de centrale in Ruien. Het andere koppel werd gezien in de Langemeersen in Petegem. Het laatste koppeltje werd met bijzondere aandacht gevolgd, gezien het mannetje zgn. wingtags droeg. 

De bruine kiekendief is een roofvogel die aangetrokken wordt door rietmoerassen en grote waterpartijen omzoomd met riet. Af en toe durven ze ook wel eens broeden in een graan- of koolzaadveld. Het nest bevindt zich op de grond. Ze leven van knaagdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën. Deze elegante rovers herstellen momenteel van enkele rake klappen die ze kregen vanaf de jaren ’60. Het heeft aan een zijden draadje gehangen. Habitatverlies, jacht en pesticiden brachten de soort op de rand van de afgrond in België en het aantal broedparen beperkte zich toen tot de Blankaart in West-Vlaanderen en enkele rietpartijen in Limburg. Dankzij wettelijke bescherming kon de soort zich gelukkig handhaven en langzaamaan herstellen tot een climax van 160 broedparen in Vlaanderen in 2002. Vanaf dan ging het echter weer naar omlaag tot 70-80-tal broedparen in 2010. De poldergebieden van de Kust, Meetjesland en Beneden-Zeeschelde herbergen de meeste broedparen.

Begin april werd in de Langemeersen meerdere keren één of twee bruine kiekendieven gemeld. Gezien het tijdstip in volle trekperiode voor deze soort, werd nog niet meteen aan broeden gedacht. Pas vanaf half april werd duidelijk dat het wel degelijk een koppeltje was en dat het mannetje wingtags droeg (DVDP). De slanke rovers trokken wel wat andere vogelkijkers aan en de activiteit rond het nest werd in het begin goed opgevolgd. Nadat de aandacht wat wegebde bij de andere vogelkijkers, heeft THE het broedsel nauwzettend opgevolgd. Zowel het mannetje als het vrouwtje werden baltsend waargenomen, er werd nestmateriaal aangebracht, enz… Helaas is het broedsel op niks uitgedraaid en werden er geen jongen geboren.

Dankzij het aflezen van de wingtags, die eigenlijk gekleurde plaatjes zijn bevestigd op de vleugel met symbolen erop, kon de leeftijd en herkomst van het mannetje achterhaald worden. Op de rechtervleugel een rood plaatje met witte bol, op de linkervleugel een wit plaatje met zwarte driehoek. Het bleek om een 2e zomer mannetje te gaan, geringd in 2012 in Zuiddorpe, provincie Zeeland (NL), zo’n kleine 10 km ten no. van Zelzate. Via Facebook kan je het reilen en zeilen van de gemerkte kiekendieven volgen via de groep “Bruine kiekendief”.

Ook in Ruien draaide het broedsel uit op een sisser. Een volwassen vrouwtje was daar gekoppeld aan een 2e kalenderjaar mannetje. Het vrouwtje verjoeg o.a. een overvliegende zwarte kraai uit het gebied tijdens de periode van de eileg. Het vrouwtje werd verschillende malen gezien boven de rietkraag. Het nest werd op latere datum leeg teruggevonden. (NDS, TLI).

Het laatste geslaagde broedgeval in de Langemeersen dateert van 2011. Toen werden er drie blakende jongen geboren (THE). Helaas werden in de derde week de jongen op zo’n 60 cm van het nest dood teruggevonden. Doodsoorzaak onbekend. Ook onderzoek in het labo achteraf kon geen uitsluitsel brengen. In 2012 en 2013 was er wat balts en nestindicerend gedrag, maar tot broeden is het nooit gekomen. In Ruien is er al minstens twee keer een nest met jongen voortgebracht, waar er toen ook een verloren is gegaan met bijna vliegvlugge jongen (NDS). In 2012 was er ook balts en nestbouw aan de Weiput in Zingem, maar een broedpoging bleef uit.

Hoe komt het nu dat zoveel broedpogingen uitblijven, ondanks balts en nestbouw, ofdat ze mislukken? Het blijft gissen. Wat vaak blijkt is dat de mannetjes nog niet volwassen zijn (zie vogel met wingtags). Misschien zijn ze te onervaren, brengen ze te weinig prooi aan doordat ze nog aan hun jachttechniek moeten schaven? Een andere piste is dat onze streek niet genoeg voedsel biedt aan deze prachtige rovers doordat onze natuurgebieden niet groot genoeg zijn en ze dus verder moeten uitzwerven op zoek naar voedsel waardoor het nest kwetsbaarder is. Ook bepaalde meteorologische omstandigheden zoals droogte maken het nest kwetsbaar voor predatie (door o.a. vos). Dit was mogelijks het geval dit jaar in Ruien. Een verklaring ligt misschien wel in een combinatie van bovenstaande factoren. 

Hopelijk mogen we in de nabije toekomst eens een broedgeval hebben waarbij we de jongen hun sierlijke glijvluchten zien maken onder goedkeurend oog van de ouders. Het is natuurlijk noodzakelijk dat we deze bijzondere vogels nauwgezet blijven opvolgen.

Dimitri Van de Populiere

Bronnen:
“Zijn er nog vogels” , door L. Menschaert.
“Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002”

Foto: Paul Vandenbulcke
27-08-2014 door DVDP

Krombekstrandloper (kort) aan Callemoeie

Krombekstrandloper (kort) aan CallemoeieNa 26 jaar werd er nog eens een krombekstrandloper gevonden in de regio. Aan de Callemoeie in Nazareth werd in de namiddag een solitaire vogel gevonden door SFE, al bleef de strandloper wel maar een klein uurtje ter plaatse. Het was al van 1988 geleden dat er nog eens eentje in de regio werd gezien.

Deze strandloper broedt op de toendra in het hoge noorden. In het najaar trekt een deel van de vogels terug via West-Europa, waar ze dan voornamelijk aan de kust worden gezien. In het binnenland zijn ze zeldzaam.

In onze regio zijn er voornamelijk waarnemingen in de jaren 70 en 80. Daarna werd het wat stil rond deze soort. De laatste waarneming gebeurde op 1-09-1988 aan de Donkvijver in Oudenaarde (LVE).

Foto: B. Deduytsche
18-07-2014 door DVDP

Nieuwe broedvogel voor de regio: orpheusspotvogel

Nieuwe broedvogel voor de regio: orpheusspotvogelDe orpheus rukt op en dat was deze jaargang te merken. Er werden nog nooit zoveel orpheusspotvogels gezien in onze regio als dit jaar. Tot nog toe zijn er vijf verschillende waarnemingen geweest. Eentje daarvan kwam zelfs tot broeden en is zo een nieuwe broedvogel voor de regio Vlaamse Ardennen plus.

Laten we even de verschillende waarnemingen op een rijtje zetten. Half mei dook er eentje op aan de Boigneberg in Maarke-Kerkem (BHE). Een kleine week nadien werd er aan de Steenbergstraat in Kerzelare/Volkegem nog eentje ontdekt (BHE). Begin juni werd een zingend exemplaar gezien in de Pyreneeën in Ronse (DVE). Halverwege juni opnieuw een zingend exemplaar in Ouwegem (GCO). De vijfde vogel werd ontdekt op de grens tussen Eine en Heurne, op een braakliggend terrein in de Heurnestraat, grenzend aan de Snippenweide (ADV).

Eergisteren vond DVE de vogel in Ronse terug, gekoppeld, en met jongen. Een nieuwe broedvogel!

De opmars van de orpheusspotvogel gaat hoogst waarschijnlijk samen met de klimaatsverandering. Het is immers een zuidelijke soort. De soort zit al even in het zuiden van ons land, en lijkt nu dus ook op te rukken richting Vlaanderen. Hij lijkt erg op de bekendere spotvogel, met wie het jammer genoeg een pak minder goed gaat. In het veld is het niet altijd even gemakkelijk om een onderscheid te maken tussen beide soorten. 

Foto: Orpheusspotvogel aan de Steenbergstraat, Volkegem (DVDP).