31-05-2016 door DVDP
Jong leven!
Goed nieuws uit de Langemeersen te Petegem. Het koppeltje kluten dat al aanwezig is sinds 21 april, heeft succesvol gebroed aan de akkerplas in het zuiden van het gebied.
Er waren al enige tijd aanwijzingen dat het wel eens tot een broedgeval zou kunnen komen. Begin mei begonnen ze zich territoriaal te gedragen. Kraaien werden niet meer geduld door het koppeltje en zelfs de bruine kiekendief werd achterna gezeten. Vanaf half mei werd er maar één vogel meer gezien. De andere zat dan waarschijnlijk te broeden in het graan naast de akkerplas. Op 25 mei werden 4 pulli opgemerkt door THE.
Leuk, een geslaagd broedsel! Het laatste uit de regio dateert al van 1996 (DDG). Toen was er net zoals in 1994 en 1995 een broedsel aan de Bolveerput te Semmerzake. In de jaren '80 waren er broedgevallen in Semmerzake, Welden, Zingem en Oudenaarde.
Laten we hopen dat de kleintjes de zondvloed en de frisse temperaturen van de laatste dagen goed zijn doorgekomen. Iemand die eens een kijkje gaat nemen?
Foto: jonge kluut door Jacques Vanheuverswyn.
24-05-2016 door DVDP
Uitgebroed? Opgevoed?
Deze titel is gebruikt om speciaal om de aandacht te trekken op het broedseizoen en de opvolging ervan. Nu de laatste trekkers stilaan doorgeschoven zijn blijft voor vele waarnemers een eerder saaie periode over wat betreft zeldzamere soorten. Toch is het voor de ‘vogelkunde’ van ons werkingsgebied erg belangrijk te weten welke soorten en in welke aantallen er nog broedend voorkomen. Eén voorbeeld: de ringmus, vroeger algemeen, nu? Verder uiteraard de ‘kwetsbaren’: matkop, gekraagde roodstaart, wielewaal, de akkervogels (met de gorzenteldag)… een heel lijstje in deze tijden. En de zeldzaamheden, bv. de orpheusspotvogel of de zomertortel: komen die tot broeden op de waarnemingsplaatsen, en zijn er jongen gezien? Belangrijk is dat uiteraard om te weten als de soort zich vestigt of zoals bij de matkop stilaan uitsterft bij ons. Veel soorten zijn immers al in alle stilte heengegaan, denk aan de fluiter en vergeet vooral de ‘gewone’ soorten niet.
Ons ‘jaar van de kievit’ loopt en zoals daarbij aangestipt in Meander is het aantal geslaagde nesten een waardemeter voor het voortbestaan van de soort. Minder dan 1 tot 2 jongen per jaar grootbrengen per koppel is tekenend voor een tanende populatie en mogelijks het verdwijnen als broedvogel . Het voorjaar was echt niet goed voor deze soort. Van meerdere kanten kwamen meldingen van verloren gegane eerste broedsels door de akkerwerkzaamheden. Slechts sporadisch waren er jongen, en die moeten dan nog kunnen opgroeien in een land van kraaien en intensieve landbouw en wispelturig weer. Nu is er een tweede broed, dikwijls op akkers waar de rust is weergekeerd, graag uitkijken dus of het beter wordt.
Blijven dan de soorten waar je al wat speciaal moet naar uitkijken: zal de slechtvalk in Ronse broeden bv? Bij de roofvogels is ten andere algemeen veel aandacht vereist: de meeste doen nogal geheimzinnig in de broedtijd, zelfs buizerd en torenvalk. Bij soorten als wespendief, boomvalk, havik, sperwer…. kunnen toevallige waarnemingen in een gebied de aandacht scherpen. Zeker in de periode dat er jongen zijn is de kans op waarnemingen groter omdat voedsel dient aangebracht. Of een avondwandeling om bedelende ransuilen of bosuilen te horen en wie weet nog die enige nachtegaal… maar ook soms blauwborst of bosrietzanger. Het mag ook gewoner: holenduif, roeken, zwarte roodstaart, de zwaluwen, en zoveel meer. Op waarnemingen.be doorgeven met de broedcodes is aangeraden: bezet nest, pas uitgevlogen jongen, paar in broedterritorium…. Dit is makkelijker voor de verwerking.
Mei en juni en nog juli voor een aantal soorten blijven dan ook belangrijke maanden om de vinger aan de pols te houden hoe goed of slecht de soorten het bij ons doen. Saai? Allesbehalve toch…..
Door Norbert Desmet
Foto: Kievit pulli in Langemeersen door JaVH
09-05-2016 door DVDP
Fraaie tuinsoorten
Asper dorp, niet meteen de plaats waar je uiterst zeldzame soorten verwacht. Maar op amper twee dagen tijd doken er toch wel eventjes twee knalsoorten op. JaVH zag er op 8 mei een bijeneter. Alsof dat nog niet goed genoeg was, prikte hij er de dag nadien ook nog even een roodpootvalk bij. Die kunnen tellen als tuinsoort.
Het is de achtste keer dat bijeneter wordt gezien in VA+. Oude waarnemingen: 1969 (Oudenaarde, 1ex, JVB) , 1985 (Deinze, 1 ex, RLO), 1997 (Maarkedal, 1ex, Jacques), 2004 (Ronse, 9ex, Nico) 2007 (Nederename, 1 ex), 2013 (Kruishoutem, 3ex, GCO), 2015 (Zottegem, 2ex, BMA). Een drietal dagen na de waarneming in Asper werden er 4 bijeneters gezien in Astene door IST. Mogen we deze soort de komende jaren meer en meer verwelkomen? De kans zit er wel in. Ze worden over heel België meer opgemerkt de laatste jaren. Vorig jaar was er zelfs nog een geslaagd broedgeval net ten westen van ons, in Harelbeke.
Een goeie 24 uur later opnieuw prijs in het luchtruim boven Asper. Een vrouwtje roodpootvalk vliegt over. Het is de negende waarneming van de soort in de regio én bovendien al de tweede keer dat JaVH ze in Asper ziet.
Foto: roodpootvalk over Asper, JaVH