Nieuws
17-12-2019 door DVDP

Bijzondere waarnemingen najaar 2019

Bijzondere waarnemingen najaar 2019Ah, de herfst… Een van de spannendste periodes van het jaar om met de verrekijker in de hand rond te lopen. Alles kan. Een nazomer die de hormonen plots weer doet opborrelen bij de zangvogeltjes. Een gure oostenwind die kraanvogels over de Vlaamse Ardennen blaast. Een Siberische dwaalgast die opduikt in minimalistisch struikje ergens naast een drukke weg. Of uren aan een stuk staren in een staalblauwe hemel op een telpost ergens te velde om uiteindelijk maar drie vinken, een veldleeuwerik en bolletje in de verte die misschien wel een buizerd kon zijn -maar je bent het niet zeker want het was te ver- te noteren. Dan maar mijmeren met je compagnon op de telpost over hoe veel vogels er vroeger wél waren.
Een beknopt overzichtje over wat er in het najaar in onze regio werd gezien.
In september kon je er niet naast kijken. Gaaien, overal. Op de telposten in België werden ze geteld in nooit geziene aantallen. Maar in tegenstelling tot wat je zou verwachten in het najaar, vlogen ze vooral in noordelijke en oostelijke richting. Wellicht liggen lokale tekorten aan eikels aan dit vreemde gedrag (gevolg van de droogte). Op 21/09 werden in Boekel 1756 overvliegende gaaien geteld, grootste groep 133 ex (HVE). Maf!
Verder kon er in september nog genoten worden van een zomertortel in Beerlegem (ADP). Een zeldzame juveniele morinelplevier bleef een dag ter plaatse op Franskouter in Boekel (HVE), waar eerder ook al een zeldzame roodkeelpieper en duinpieper werd vastgelegd (HVE). Aan de Callemoeie zaten 2 bontbekplevieren en een lepelaar (NVW). We moesten bijna 20 jaar wachten op een waarneming van grauwe klauwier in de regio, maar 2019 bleek een topjaar voor deze soort. Na een waarneming in mei (Schorisse, RDC), werden er deze maand nog eens twee juveniele exemplaren ontdekt: Langemeersen in Petegem (BHE) en Leiemeersen in Bachte-Maria-Leerne (PVW). Een juveniele grauwe kiekendief vloog over Wannegem-Lede (GCO). In het St-Pietersbos in Ronse werd een zwarte specht gehoord (APE).
Tijdens de trek werden tot 7x overtrekkende goudplevieren gezien (grootste groep: 19 ex over Zingem DVDP). Twee lepelaars vlogen over TTP Leystraat Huise. Grote zilverreigers vlogen regelmatig over de regio, met enkele pleisteraars in de Schelde- en Leievallei. De grootste overvliegende groep werd op 20-10 gezien op TTP Hoge Dumpel Mater. Een nieuw regiorecord. Verder nog 7 waarnemingen van een overvliegende visarend in de regio. 6 Rode wouwen werd gespot trekkend door de regio. Smelleken werd op 8 locaties opgemerkt. Haviken werden gespot in Ruien, Petegem, Lierde en Mater. Blauwe kiekendieven werden gezien over verschillende telposten, een koppeltje bleef enkele hangen rond TTP Leystraat (GCO, WSI).
In oktober doken nog 2 zomertalingen op op de Weiput in Zingem (JaVH). Een brilduiker bezocht de Tweelingsputten in Eke (TMA). Op de Callemoeie zat een geoorde fuut (NVW) en bleef een zwarte stern (NVW) een weekje hangen . HVE hoorde een tweede roepende morinelplevier over Franskouter in Boekel. Een zeldzame steppenkiekendief werd gezien over TTP Leystraat (GCO). Boven Zeveren (HBU) en Mater (LVDL) trok een velduil over. Boven Heynsdale in Ronse werd mogelijks een raaf op foto vastgelegd (BWI), maar het dier zat wel erg ver. Een roepende bladkoning werd gehoord aan de Snippenweide in Eine (DDG) en in Kruishoutem (PVL). Paapjes en tapuiten werden tot vrij laat in oktober gezien. Over Franskouter in Boekel werd ook nog een zeldzame grote pieper en tal van beflijsters gezien en gehoord (HVE). JaVH zag een voor het binnenland zeldzame oeverpieper aan de Schelde in Eke. Een roepende goudvink werd gehoord in Bos t’Ename (LVDB, MVDV). Appelvinken werd gezien in het St-Pietersbos Ronse, Sint-Maria-Oudenhove, het Kluisbos en de Pyreneeën in Ronse. Aan TTP Leystraat zat tenslotte nog een ijsgors (GCO).
Pontische meeuwen (NGE) werden opgemerkt aan de sluis in Oudenaarde, de Schelde in Zingem (JaVH) en Noorderwal in Deinze (VLO). Op de Callemoeie kwamen er tot max 4 slapen (NGE). Op dezelfde slaapplaats kwam ook af en toe eens een geelpootmeeuw slapen.
In november loopt de najaarstrek op zijn einde. De grootste aantallen zijn meestal gepasseerd en hier en daar komen nog wat kruimels voorbij. Toch is ook deze periode bijzonder want de eerste wintergasten komen aan. Zo zat er half november plots een groep van maar liefst 8 toppers op de Schelde in Heurne (DDG). De grootste groep die we in onze regio gehad hebben in de laatste 20 jaar. Meestal moeten we het doen met solitaire dieren. Een brilduiker verbleef op de Putten VDM in Ename (JMK) en daar vlogen ook 18 kolganzen over (LVDL). In Machelen zat een grote zaagbek op de oude Leie (JMK). Een geoorde fuut was te vinden op de Callemoeie (ECO). Rode wouwen vlogen over Bos t’Ename (HME) en Bachte-Maria-Leerne (FGH). Zwarte specht liet zich horen in het Kluisbos (PVDK). Een groepje baardmannetjes streek neer in de Langemeersen (TNA). Aan de Koppenberg werden maar liefst 8 roodborsttapuiten gezien (LVD).
Bedankt aan alle waarnemers. Blijf je waarnemingen invoeren op www.wgvap.waarnemingen.be! Foto: Grauwe klauwier te Petegem, Langemeersen door Gunther Groenez
10-09-2019 door DVDP

Bijzondere waarnemingen zomer 2019

Bijzondere waarnemingen zomer 2019De zomerperiode is traditioneel de rustigste periode om vogels te spotten. Begin juni vertoont de voorjaarstrek nog enkele laatste stuiptrekkingen. Naar het einde van augustus toe begint de najaarstrek dan weer aan te zwengelen. Daartussen is het meestal kalm. Wat helaas ook bijna traditie wordt, zijn de toenemende hittegolven en droogte.


De blikvanger van de maand juni was de ralreiger (DDG) die op 21-06 ontdekt werd in de Vestingen te Oudenaarde. Deze kleine reiger lokte die dag heel wat vogelaars naar hartje Oudenaarde. Wie de dag nadien probeerde, was er aan voor de moeite. Het is de eerste aanvaarde waarneming voor de regio VA+.


Andere leuke waarnemingen in juni waren een bijeneter (JaVH) over Asper. Een hop (PCA) liet zich weer zien in Zulte (zelfde ex als in mei?). De zomertortel liet zich gelukkig opmerken op drie locaties (Kruishoutem, Wannegem-Lede, Wortegem). Oef, we zijn hem (nog) niet kwijt. Op een tiental locaties kon je de KWIK-me-diit-roep van de kwartel horen. Aan de Callemoeie te Nazareth is er ook altijd wat te beleven: tot max 10 geoorde futen (BDE), 3 kluten (BDE), een bontbekplevier (BDE).


In de Hospicebossen bracht een koppeltje bonte vliegenvangers een nest groot. Dat gebeurt ook niet elk jaar in onze regio. Daar werden ook kruisbekken gezien. Ook op de babyborrel: kleine plevier aan de Callemoeie met 4 jongen, roodborsttapuit in de Langemeersen en visdieven met juvenielen in Deinze en aan de sluis in Asper. Al is niet duidelijk waar die laatste gebroed hebben. Misschien wel buiten de regio. Ook rond de Schelde in Eine verbleef er een koppel visdief die jongen hebben voortgebracht. Maar opnieuw is het een raadsel waar het nest exact te vinden was. Ontbrekende gast: orpheusspotvogel. Hoewel deze voorbije 5 jaren steeds tot broeden kwam in de VA+, bleef hij deze keer onder de radar, ondanks een zangpost in mei.


Middelste bonte spechten werden opgemerkt in Grotenberge, Zwalm en het Kluisbos. Zwarte specht werd dan weer gehoord in Bos t’Ename, Bois Joly te Ronse en het kasteelpark van Nokere.
Juli was een zeer kalme maand. Gelukkig is er dan al de trek van de steltlopertjes. Zo trokken 11 regenwulpen (GCO) over Kruishoutem. 4 Bonte strandlopers (BDE) verbleven even aan de Callemoeie. In het Burreken werd een rode wouw (IJA) gezien.


We moesten het deze zomer trouwens stellen met amper 1 waarneming van grote lijster, overvliegend dan nog wel. Een historisch dieptepunt voor de soort in VA+. Ook de matkop krijgt rake klappen. Twee waarnemingen deze zomer.


Augustus is alvast een spannendere maand. De najaarstrek is tegen het duidelijk in gang geschoten. Voor de steltlopertjes moest je weer aan de Callemoeie zijn, bij gebrek aan andere natte gebieden. Tot 4 bontbekplevieren (JMK), 4 zwarte sterns (SCL) en een bonte strandloper lieten er zich zien op het einde van de maand. De blikvanger aldaar was echter een krombekstrandloper (BDE). Nog maar het derde exemplaar in de regio sinds 2000. Over de plas trok ook een heel grote groep van 62 ooievaars (BDE) en 6 lepelaars (BDE) over. Een lepelaar en een kleine zilverreiger bleven even plakken.


Andere spetters waren 4 overtrekkende morinelplevieren (HVE) boven de Franskouter in Sint-Denijs-Boekel. Over Godveerdegem trokken 2 zwarte ooievaars (EDB). Aan het waterspaarbekken in Mullem werd een kwak (DDG) gehoord. Een jonge koereiger (ECO, EDV) werd gezien in het kasteelpark te Nokere. In Berchem was er een ringvangst van draaihals (TLI). Eind augustus werden er ook vrij veel paapjes (+35 ex) gezien. Overtrekkende duinpiepers werden gehoord over Mater (BHE), Boekel (HVE) en Huise (GCO).


Tot slot nog een kleine oproep: voer aub je waarnemingen in op waarnemingen.be. Ook al zijn het “banale” soorten. Misschien zijn ze dat over tien jaar niet meer. Dan kunnen dergelijke waarnemingen heel waardevol blijken.

Foto: Ralreiger, Vestingen Oudenaarde, Gunther Groenez
03-06-2019 door DVDP

Bijzondere waarnemingen voorjaar 2019

Bijzondere waarnemingen voorjaar 2019Eens het maart is, hoor je het vogelconcert elke ochtend aanzwellen. Steeds meer zomergasten keren terug. Dat loopt zo door tot in mei, wanneer de laatste soorten zoals bv. bosrietzanger toekomen. Tijdens deze periode kan er ook op elk moment iets leuks of iets zeldzaams opduiken. Boeiende tijden voor de vogelkijker. Wat dook er op in onze regio?

In maart verbleef een kolgans in de buurt van de Damstraat in Zingem. In Zeveren vloog een wilde zwaan (EVE) over. Zomertalingen lieten zich in de Zeverenbeekvallei, Callemoeie, Bos t’Ename en verschillende locaties in de Scheldevallei zien. Tot max. 6 geoorde futen verbleven tot eind april op de Callemoeie. Deze kregen kortstondig het gezelschap van een kuifduiker (JaVH). In april werden ook twee overtrekkende zwarte ooievaars gezien (Burreken, Sint-Maria-Latem). Er werden ook verschillende groepen lepelaars gespot (grootste groep 47 ex over Nederename, GTA). Purperreigers doken op in Ronse (XTE, LBA) en Huise (GCO). In de Scheldemeersen te Eine en de Leievallei te Olsene liet een kleine zilverreiger zich zien. Een groep van 15 kraanvogels trok in maart over Eke (BDE,LNE), eentje over het Bos ter Rijst (LME) en een jong exemplaar liet zich in mei bewonderen in Rozebeke (LVDL, e.a.).

De meest spectaculaire waarneming van deze periode is ongetwijfeld die van monniksgier Brinzola, een in het wild geboren vrouwtje uit Borgas, Spanje. Toen ze verzwakt was, werd ze in gevangenschap verzorgd en terug vrijgelaten. Op 7 mei is ze over Ename gevlogen, op ca. 775m hoogte aan 45 km/u. Helaas heeft niemand ze gezien. Deze info kwam vrij uit de GPS-tracker die de vogel droeg. Ze ging aan de grond in Schriek (Antwerpen) en haalde zelfs het nationale nieuws.

Overvliegende visarenden werden in april gespot over Heurne, Asper, Brakel en Nazareth. Havik werd op een tiental locaties gezien. De blauwe kiekendieven werden tot eind april gezien in de regio voor ze terug naar het noorden trokken. Een ad. mannetje steppenkiekendief werd op 12-04 overvliegend gezien aan de Oude Kwaremont (TLI). Bruine kiekendieven vertoonden ook wat baltsgedrag rond de Snippenweide te Eine en de Bolveerput te Semmerzake. Het was ook een goed voorjaar om rode en zwarte wouw te zien in de streek (30 & 32 wnm).

In maart lagen veel gebieden er nog redelijk nat bij. Ideaal voor steltlopertjes. Maar april was droog en veel plassen verdwenen. Daarom was de Callemoeie in Nazareth zo wat “the place to be” voor deze vogels. De uitschieters waren een steltkluut (DVDP), 2 keer een zilverplevier (NDS, JaVH), 2 keer een kanoet (NGE, WSI, e.a.), 2 temmincks strandlopers (JaVG, WSI) en een drieteenstrandloper (NGE). Een andere temmincks strandloper werd ook nog gezien in Olsene (MDB). Naast de ‘steltjes’ lieten ook zwarte sterns (tot max 9 ex) en dwergmeeuwen er zich zien.

Vanaf eind april liet kwartel zich een enkele keer horen in Petegem-Leie, Heurnemeersen en de Reytmeersen in Welden. Ook de oehoe bleef aanwezig in de regio. Het bleek ook een goed muizenjaar te zijn, want de legsels bij de kerkuilen waren vrij groot dit jaar. In mei kwam er een bijzondere tuinwaarneming van nachtzwaluw (CNU) in Strijpen binnen. Na die van vorig jaar is het nog maar de derde waarneming sinds begin jaren ’80. Bijeneters worden de laatste jaren meer en meer gezien in ons land. Ook in VA+ pikken we daar een graantje van mee. Eind mei werden er 2 overvliegend gezien in Wannegem-Lede (GCO). Het is wachten op de eerste pleisteraars. Alle 10 waarnemingen (sinds 2004) van deze soort betroffen overvliegende exemplaren. Hop is nog zo een soort die meer wordt gezien de laatste jaren. Ook nu opnieuw drie waarnemingen: Sint-Denijs-Boekel (PDC), Zulte (JDB) en Burreken (HVD). Draaihals dook op in een tuin in Michelbeke (DBO), Semmerzake (JaVH) en Nokere (BDH). Middelste bonte specht was aanwezig in het Kluisbos (XTE) en Longkruidbosjes in Etikhove (LVDL). Op de Kluis was ook de zwarte specht aanwezig, net als in Bos t’Ename. Een grauwe klauwier verbleef halverwege mei een dagje in Schorisse (RDC). Het is nog maar de eerste bevestigde waarneming sinds 1998.

Net als vorig jaar is het opnieuw een voorjaar zonder waarneming van zomertortel. We lijken deze soort helemaal kwijt te zijn. Het aantal zangposten van grote lijster is ook op bijna twee handen te tellen. Een kleine vergelijking: 1988-2000 1200-1400 broedparen in VA+. Natuurlijk werd er nu geen grootschalige inventarisatie gedaan, maar het staat als een paal boven water dat het dramatisch is. Ook voor matkop lijkt het stilaan voorbij. De 12 ingevoerde waarnemingen dit voorjaar zijn een absoluut minimum. Zelfs in de Scheldevallei, waar de soort toch een klein beetje stand hield, is de achteruitgang nu echt wel zichtbaar. Ook voor kievit is het wederom een dramatisch broedseizoen. Het aantal omgeploegde en uitgemaaide nesten in het akkerlandschap zijn niet te overzien. Het aantal uitgekomen pulli zijn dan wel makkelijk te tellen.

Wielewalen lieten zich horen in Zingem, Eine, Eke, Maarkedal, Kluisbos, Sint-Lievens-Houtem, Kwaremont en Deinze. Eind mei liet een fluiter zich horen in Bos t’Ename (GTA). Een zangpost van orpheusspotvogel werd gevonden in Zulzeke (NDS, e.a.). Snorren snorden kortstondig in de Langemeersen (BHE) en Snippenweide te Eine (ADV). Van beflijster kwamen 23 waarnemingen binnen (grootste groep: 10 ex Huise GCO).Vanaf 2017 wordt nachtegaal opnieuw meer waargenomen in de regio i.t.t. de jaren er voor. Zangposten aan de Callemoeie, Bos t’Ename, Ruien, Semmerzake, Astene, Elene. Een leuke ontdekking was het broedend paartje bonte vliegenvanger in de Hospicebossen te Nazareth. Deze soort komt maar heel zelden tot broeden in de regio. In de Scheldemeersen te Eke was ook de gekraagde roodstaart terug van de partij met 2 tot 3 zangposten (NVW). Ook te Ronse, Kwaremont, Melden, Woubrechtegem, Hundelgem en Horebeke. Paapjes doken vanaf eind april op in de Langemeersen, Roborst, Eine, Herzele, Welden en Edelare. Roodborsttapuit kwam tot broeden in de Langemeersen, Melden en Kruishoutem. Een zeldzame duinpieper vloog op 1 mei over de Heurnemeersen (DDG). Appelvinken waren te zien in het Hotondbos en Brakelbos. In Ronse was de goudvink op post. Een kruisbek vloog over Eine. Te Leeuwergem was er begin maart een zangpost van Europese kanarie (IJA). In mei zat er eentje te Opbrakel (JME). In april verbleef een grauwe gors aan de TTP Leystraat (GCO). Foto: Kraanvogel te Roborst in mei 2019 door Luk Neujens