Nieuws
24-01-2016 door DVDP

Uitwaaien in Zeeland, met een witkopgors

Uitwaaien in Zeeland, met een witkopgors
Verslag door Niko Van Wassenhove

Iets na 7 vertrokken we vanuit Eke met 3 wagens richting Schouwen-Duiveland. Het Veerse Meer was de eerst stop en daar stonden twee mensen die ons vervoegden. Typische soorten als rotgans, middelste zaagbek en brilduiker werden er bewonderd. Bij de volgende stop (Wilhelminadorp) werden we opgewacht door vader en zoon Vanheuverswyn om samen de vogel van de dag, de witkopgors, te bekijken. Veel wit was er niet te zien aan het ‘saai’ bruin vogeltje. In onze ANWB gids lezen we dat deze gors tot 2008 in Nederland al 35 maal werd waargenomen. 

Via Zierikzee kwamen we rond de middag aan Wevers en Flaauwers Inlaag. In de loop van de voormiddag hadden we soorten als kleine zilverreiger, zwarte ruiter, kluut en watersnip gezien. Na onze warme drank met boterhammen zagen we grote groepen wulpen, goud- en zilverplevieren en bonte strandlopers het binnenland invliegen. Een paar lepelaars waren aan het foerageren en een groep steenlopers vloog rond in de haven van Flaauwers Inlaag. In de verte zat een slechtvalk op een paal. Op Prunje zagen we de steeds zeldzamer wordende blauwe kiekendief rondvliegen, een groepje nonnetjes, grote groepen kluten en grutto’s en welgeteld 1 kemphaan. In 2015 zouden in Nederland maar een 10 tal koppels blauwe kiekendieven gebroed hebben. 

Aan Brouwersdam, het trekgat van onze tocht, werden geen ijseenden gevonden. Er zat wel een drieteenmeeuw tussen de ander meeuwen. We maakten plaats voor een ganse bus vogelaars uit het Antwerpse. Neeltje Jans was de laatste stop en daar lag een eenzame zeehond terwijl een kuifduiker zich mooi kwam tonen. Na wat zoeken vonden we de zwarte zeekoet die daar al een tijdje pleistert. De groep van 15 mensen had samen een lijst van ruim 70 vogelsoorten en verschillende zeehonden. Tevreden keerden we terug richting Vlaamse Ardennen.

Schouwen Duiveland: Ontstaansgeschiedenis

In de 12de eeuw bestond het huidige eiland uit 4 kleine eilandjes; Schouwen, Duiveland, Dreidijke en nog een kleiner eiland. Omstreeks 1200 besloot men om gans het bewoonde gebied te bedijken en dit met hulp van Vlaamse kloosters die veel bezittingen hadden op de Zeeuwse eilanden. Pas in 1610 kwam er een uiteindelijke dam tussen Schouwen en Duiveland. Schouwen Duiveland kreeg zijn definitieve vorm in 1899. Zierikzee was een belangrijke haven in deze periode. 

Op het eiland waren er heel wat kreekruggen die ook als verharde wegen werden gebruikt om zich van het ene dorp naar het andere dorp te verplaatsen. 

Er waren heel wat overstromingen en het eiland verloor in het zuiden land terwijl het aangroeide in het noordoosten. In totaal verloor het eiland 12 dorpen. Zo is de plompe toren een overblijfsel van Koudekerke die tussen 1600 en 1700 verloren is gegaan. De toren is blijven staan daar zij een baken was voor de haven van Zierikzee. Deze werd door de haven Zierikzee onderhouden en gefinancierd. 

De inlagen die het huidige gezicht geven van de kustlijn dateren voornamelijk uit de zeventiende en achttiende eeuw. Op het eiland waren heel wat houtkanten en kleine bosjes die na de overstroming van 1953 verdwenen door aanpassingswerken voor de waterhuishouding van het eiland. De rechte banen op het eilanden dateren allemaal van tijdens de werken na de overstroming. 

Vroeger leefden mensen van landbouw, rapen van eieren in broedkolonies, het rapen van kokkels en mossels en men viste op palingen. Men werkte aan de dijken en loste schepen. Voor verwarming in de winter jutte men brandhout langs de zeedijk. In de winter was het armoe troef voor vele inwoners. 

Vogels op Schouwen Duiveland

In de avifauna van 1986 worden 302 vogelsoorten besproken. 

Tot in de jaren 1920 broedden naar schatting 8 tot 10 duizend koppels Grote Sternen op Schouwen-Duiveland en was een belangrijke broedplaats van deze vogelsoort. Jaarlijks zijn er overwinterende Grote sternen.

In de winter worden jaarlijks zeekoet, zee-eend, ijseend, roodkeelduiker, kuifduiker en geoorde fuut, brilduiker en Middelste zaagbek gezien aan Brouwersdam.  

Kuifaalscholvers zijn sinds de jaren ’70 een jaarvogel geworden in de Oosterschelde. Sinds 2012 is er jaarlijks nestbouw van Kuifaalscholver aan Neeltje Jans. In 2015 waren meerdere vogels aanwezig maar ontbraken aanwijzingen voor een broedpoging. 

Verschillende gorzen werden gezien op Schouwen Duiveland:
IJsgors, Sneeuwgors, Witkopgors, Geelgors, Ortolaan, Bosgors, Dwerggors; Wilgengors, Rietgors, Grauwe gors
Witkopgors: 5x waargenomen op Schouwen Duiveland tot 1986 en in totaal 35x in Nederland (tot 2008).
o 12/11/1961
o 27/10/1962
o 1/11/1962
o 20/10/1968
o 26/10/1980

Bronnen: 
Boele A. 2015. De zeldzaamste broedvogels in 2015: veel Rode Wouwen, Bijeneters en Draaihalzen tegenover de laatste Korhoenders, Blauwe Kiekendieven en een solitaire Kuifleeuwerik. Sovon-Nieuws jaargang 28 (4):5-7. 
Werkgroep Avifauna Natuur -en Vogelwacht Schouwen-Duiveland. 1986. De Vogels van Schouwen-Duiveland. Zierikzee. 

Foto: Paul Vandenbulcke

22-01-2016 door DVDP

Waar zijn de tafeleenden heen?

Waar zijn de tafeleenden heen?
De aanhoudend negatieve trend van tafeleend in Europa baart zorgen. Via diverse internationale monitoring- en onderzoeksprojecten wordt de komende jaren bijzondere aandacht gevraagd voor deze soort.

Ook jullie kunnen hierbij helpen. Concreet wordt gevraagd om bij elke groep zo veel mogelijk het aantal mannetjes en vrouwtjes te tellen. Tijdens de midmaandelijkse watervogeltelling in januari werd er al gevraagd om hier op te letten. Maar je kan ook helpen via waarnemingen.be. Daar kun je ook de sex-ratio ingeven. Je doet dit door het aantal getelde individuen door te geven, de waarneming op te slaan en vervolgens via 'groepssamenstelling opgeven' het aantal mannetje en vrouwtjes afzonderlijk in te voeren.

Foto: Jeroen Vanheuverswyn
 
15-01-2016 door DVDP

Ijsduiker verkozen tot waarneming van 2015

Ijsduiker verkozen tot waarneming van 2015
Voor het vijfde jaar op rij werd er door de leden van de VWG opnieuw een stemming gehouden om de mooiste waarneming van 2015 uit onze regio te bekronen met een prijs. Het was de ijsduiker die van 19 november tot 28 december te zien was op de Tweelingsputten in Eke die de eerste prijs wegkaapte. De vogel werd ontdekt door TMA. Het was de eerste waarneming sinds 1993, de vijfde in totaal voor de regio. De duiker bleef lang genoeg zitten om meer dan 150 vogelkijkers naar Eke te lokken. Tim kreeg een foto geschonken door Gerard Mornie.

Hij volgt daarmee de groep van 40 kraanvogels op die pleisterden in de Langemeersen (2014, LVDL).

Op de tweede plaats volgde het porseleinhoen uit de Snippenweide (DDG). De bronzen plak was de twee overvliegende kleine jagers te Ronse (DVE).

De wisselbeker "Jaarlijster" bleef bij GCO, die zichzelf opvolgt als winnaar en de beker opnieuw een jaartje op de schouw mag laten blinken. Geert zag 175 soorten in de regio en deed daarmee eentje beter dan in 2014.

Foto: Paul Vandenbulcke.

Van links naar rechts: DDG, TMA, GMO, GCO.